Huidig
bestand
56
  • -i·cum
  • naar het voorbeeld van het Latijn

-icum

  1. bij de naamgeving stoffen
    1. (scheikunde) chemische stof
    2. (medisch) geneesmiddel
  2. bij de naamgeving van tijdperken
    1. (geologie) aardkundig tijdperk
    2. (archeologie) prehistorisch tijdperk
  • Er zijn ook tal van woorden die al op -icum eindigen, zonder dat dat in het Nederlandse nog als achtervoegsel kan worden beschouwd, omdat die woorden in hun geheel aan een andere taal zijn ontleend.