• sub·at·lan·ti·cum
  • afgeleid van atlanticum met het voorvoegsel sub-, gebruikt door de Zweedse botanist J.R. Sernander als naam voor een tweede warme en vochtige tijd na het atlanticum
enkelvoud meervoud
naamwoord subatlanticum -
verkleinwoord - -

het subatlanticumo

  1. (geologie) huidige tijdperk waarin het na de laatste ijstijd voor de tweede keer warmer werd, in Noordwest-Europa vijfde en laatste chron van het tijdvak holoceen, vanaf 450 v. Chr.
  • Vóór 2006 was de spelling Subatlanticum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.