chron
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- chron
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chron | chrons |
verkleinwoord | (chronnetje)) | (chronnetjes) |
Zelfstandig naamwoord
het chron o
- (geologie) afgebakend tijdperk dat zelf niet verder kan worden onderverdeeld
- (magnetostratigrafie) tijdperk afgebakend door omkering van het magnetisch veld van de aarde
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'chron' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.