Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·cheo·zoï·cum, ar·cheo·zo·icum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord archeozoïcum -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het archeozoïcumo

  1. (geologie) het tijdperk in de geschiedenis der aarde waarin de planeet een vaste korst gekregen had
Schrijfwijzen
  • Vóór 2006 was de spelling Archeozoïcum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
  • Voor 1955 was de spelling Archaeozoïcum.
Opmerkingen
  • Volgens de standaard van de Internationale Commissie voor Stratigrafie heet dit tijdperk archaïcum[2]
Synoniemen

Verwijzingen

Gangbaarheid

Meer informatie