Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·cha·i·cum
Woordherkomst en -opbouw
In veel afleidingen van αρχαιος (archaios) wordt de Griekse tweeklank αι (ai) gelatiniseerd tot ae in "archaeo-" en in het Nederlands wordt dit in de regel weer verkort tot e in "archeo-" als in "archeoloog". Omdat in "archaïcum" de i bewaard is, is dit echter hier niet aan de orde. Daarom is "archeïcum" een minder juiste (pleonastische) afleiding. De Woordenlijst vermeldt alleen de vorm "archaïcum".
enkelvoud meervoud
naamwoord archaïcum -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het archaïcumo

  1. (geologie) tijdperk waarin de aarde een vaste korst had gekregen en de eerste sporen van leven zijn te vinden, van 4 tot 2,5 miljard jaar geleden
    • Op het einde van het archaïcum is al 39% van het continentale materiaal gevormd. [2]
  2. (geologie) gesteenten gevormd in het tijdperk waarin de aarde een vaste korst kreeg
    • Het archaïcum is tevens de naam van het overeenkomstige eonotheem. 
    • Het resultaat dezer berekeningen is nu, dat de oudste aardlaag, het onderste archaicum, minstens 570 millioen jaar oud moet zijn. [3]
Schrijfwijzen
  • Vóór 2006 was de spelling Archaïcum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

48 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen