parochiekerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: parochiekerk (hulp, bestand)
- IPA: / paˈrɔxiˌkɛrək / (4 of 5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /pa.ˈrɔ.χiˌkɛrk/
- (Vlaanderen, Brabant): /pa.ˈrɔ.xiˌkɛrk/
Woordafbreking
- pa·ro·chie·kerk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van parochie en kerk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parochiekerk | parochiekerken |
verkleinwoord | parochiekerkje | parochiekerkjes |
Zelfstandig naamwoord
- (religie) een lokaal kerkgebouw dat het religieuze centrum van een parochie vormt
- De parochiekerk is natuurlijk wat kleiner dan de kathedraal.
Hyperoniemen
Vertalingen
1. een lokaal kerkgebouw dat het religieuze centrum van een parochie vormt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord parochiekerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.