overal
- over·al
- In de betekenis van ‘bijwoord van plaats’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- samenstelling van over en al [2]
overal
- op alle plaatsen
- Overal vind je leugen en bedrog.
- ▸ Overal kwamen er kleine cactusbloemen tevoorschijn: prachtige felle kleuren, van knalroze tot limoengroen, oranje en citroengeel.[3]
- als locatief deel van een samengesteld voornaamwoordelijk bijwoord vervangt het alles
- Hij loog over alles -> hij loog overal over.
1.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overal | overals |
verkleinwoord | overalletje | overalletjes |
de overal m
- overall, werkkleding die zoals de naam al aangeeft over andere kleding gedragen wordt.
- (scheepvaart) reveille.
- Het woord overal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overal" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "overal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ overal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be