nominatīvus

  1. die een naam geeft, benoemend
  2. (grammatica) nominatief, vaak zelfstandig gebruikt als aanduiding van de eerste naamval in het Latijn en Grieks, die toegepast wordt op het zelfstandig naamwoord en daarop betrekking hebbende bijvoeglijke naamwoorden: de nominativus wordt gebruikt voor het onderwerp en het naamwoordelijk deel van het gezegde