accusatīvus

  1. als beschuldigde, aangesproken
  2. (grammatica) accusatief, vaak zelfstandig gebruikt als aanduiding van de vierde naamval in het Latijn en Grieks, die toegepast wordt op het zelfstandig naamwoord en daarop betrekking hebbende bijvoeglijke naamwoorden: de accusativus wordt gebruikt voor het lijdend voorwerp en verder in combinatie met bepaalde voorzetsels