negenhonderdzevenenvijftig

       
0 9 5 7
negenhonderdzevenenvijftig,
op een abacus
  • ne·gen·hon·derd·ze·ven·en·vijf·tig

negenhonderdzevenenvijftig

  1. "957", het getal tussen negenhonderdzesenvijftig en negenhonderdachtenvijftig, negenhonderd plus zevenenvijftig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenhonderdzevenenvijftig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdzevenenvijftig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdzevenenvijftig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord negenhonderdzevenenvijftig negenhonderdzevenenvijftigs
verkleinwoord negenhonderdzevenenvijftigje negenhonderdzevenenvijftigjes

de negenhonderdzevenenvijftigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 957 is aangeduid
    • Als jij negenhonderdzevenenvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de negenhonderdzevenenvijftigmv

  1. groep van 957 eenheden
    • Die negenhonderdzevenenvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.