Nederlands

       
0 9 0 4
negenhonderdvier,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·vier
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenhonderdvier

  1. "904", het getal tussen negenhonderddrie en negenhonderdvijf, negenhonderd plus vier
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenhonderdvier euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdvier van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdvier" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord negenhonderdvier negenhonderdviers
verkleinwoord negenhonderdviertje negenhonderdviertjes

Zelfstandig naamwoord

de negenhonderdvierv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 904 is aangeduid
    • Als jij negenhonderdvier opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

negenhonderdvier mv

  1. groep van 904 eenheden
    • Die negenhonderdvier kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid