negenhonderdnegenentachtig

Nederlands

       
0 9 8 9
negenhonderdnegenentachtig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·ne·gen·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenhonderdnegenentachtig

  1. "989", het getal tussen negenhonderdachtentachtig en negenhonderdnegentig, negenhonderd plus negenentachtig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenhonderdnegenentachtig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdnegenentachtig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdnegenentachtig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord negenhonderdnegenentachtig negenhonderdnegenentachtigs
verkleinwoord negenhonderdnegenentachtigje negenhonderdnegenentachtigjes

Zelfstandig naamwoord

de negenhonderdnegenentachtigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 989 is aangeduid
    • Als jij negenhonderdnegenentachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

negenhonderdnegenentachtig mv

  1. groep van 989 eenheden
    • Die negenhonderdnegenentachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid