management
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: management (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·nage·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘bestuur van een onderneming’ voor het eerst aangetroffen in 1970 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | management | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het management o
- (bedrijfskunde) de leiding van een organisatie, de verzameling managers
- De laatste jaren merken wij dat ons werk door de regeldrang van het management praktisch onmogelijk wordt gemaakt
- (bedrijfskunde) de activiteit van het besturen van een organisatie
Synoniemen
- [1] bedrijfsleiding, bestuur, directie, leiding
- [2] administratie, beheer
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de leiding van een organisatie, de verzameling managers
2. de activiteit van het besturen van een organisatie
Gangbaarheid
- Het woord management staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "management" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
Verwijzingen
- ↑ "management" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Zelfstandig naamwoord
management
Frans
Zelfstandig naamwoord
management