2. Het bestuur van de vereniging Wikimedia Nederland.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bestuur besturen
verkleinwoord bestuurtje bestuurtjes

Zelfstandig naamwoord

het bestuuro

  1. (bedrijfskunde) manier waarop een organisatie wordt geleid
    • Het bestuur van onze vereniging is van zeer goede kwaliteit. 
  2. groep van mensen die de leiding van een organisatie heeft
    • Het bestuur had 7 leden. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
besturen

bestuur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besturen
    • Ik bestuur. 
  2. gebiedende wijs van besturen
    • Bestuur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besturen
    • Bestuur je? 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen