managementcursus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·nage·ment·cur·sus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van management zn en cursus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | managementcursus | managementcursussen |
verkleinwoord | managementcursusje | managementcursusjes |
Zelfstandig naamwoord
de managementcursus m
- opleiding waarin de cursisten leren een bedrijf of organisatie te runnen
- ▸ Brunswijk, die vooral in het Surinaamse binnenland razend populair is, timmert hard aan de weg. Zo heeft hij aangekondigd dat de Amerikaanse topartieste Rihanna in augustus naar Suriname komt en dat Beyoncé alvast geboekt staat voor de verkiezingscampagne van 2015. Intussen spijkert de voormalig guerrillaleider zijn inhoudelijke kwaliteiten bij door een managementcursus te volgen bij een gerenommeerd opleidingsinstituut in Paramaribo.[1]
- ▸ Provinciale Staten van Drenthe zijn verontwaardigd over een dure cursus die gedeputeerde Haarsma (PvdA) volgt. Ze doet een managementcursus, onder meer aan de Harvard universiteit in Amerika, voor 20.000 euro.[2]
Gangbaarheid
- Het woord managementcursus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Harmen Boerboom“Brunswijk belooft veel 'cadeautjes'” (Zondag 7 april 2013, 15:30), NOS
- ↑ Weblink bron “Ophef over dure cursus gedeputeerde” (Vrijdag 23 april 2010, 16:54), NOS