majeurtoonaard
- ma·jeur·toon·aard
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | majeurtoonaard | majeurtoonaarden |
verkleinwoord | majeurtoonaardje | majeurtoonaardjes |
de majeurtoonaard m
- (muziek) een toonladder met trappen van een hele toon, met twee uitzonderingen: tussen de derde en vierde, en tussen de zevende en achtste trap is het verschil slechts een halve toon. Bij deze toonladder is de derde toon een grote terts.
- Op elke grondtoon kan men een majeurtoonaard opbouwen.
- majeurtoonladder, majeurtoonschaal, majeurtoonsoort, grotertertstoonaard, grotetertstoonladder, grotetertstoonschaal, grotetertstoonsoort
- mineurtoonaard, mineurtoonladder, mineurstoonschaal, mineurtoonsoort, kleinetertstoonaard, kleinetertstoonladder, kleinetertstoonschaal, kleinetertstoonsoort
- akkoord, begintoon, finalis, grondtoon, interval, leidtoon, majeur, mineur, slottoon, stamtoon, tonica
- De naam van de grondtoon wordt bij samenstelling met “majeurtoonaard” en de synonieme begrippen, met een hoofdletter geschreven. Dus A-grotetertstoonladder, A-toonladder, A-majeurtoonladder, A-groot, of kortweg: A. De samenstellingen worden aaneengeschreven, de losse letter met een streepje. Merk op dat “A grote terts” geen samenstelling is, maar een los te schrijven woordgroep, met “grote terts” als nabepaling bij “A”.
1. een toonladder met een grote terts
- Het woord 'majeurtoonaard' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.