kerkvorst
- kerk·vorst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerkvorst | kerkvorsten |
verkleinwoord |
de kerkvorst m
- (religie) hooggeplaatste geestelijke in een kerk
- Sport creëert schoonheid en ontroering en verbinding naar de maat van de mens. Daarom ben ik een dopingliberaal en daarom lig ik niet wakker van matchfixing in het tennis of waar dan ook. Staatsmannen en kerkvorsten zijn niet langer de hoekstenen van het collectief geheugen, dat zijn nu aansprekende sporters als Sven Kramer en Tom Dumoulin, Wesley Sneijder en Marianne Vos. Ja ook zij, want tegenslag in een sportleven weekt soms meer identificatielust op dan succes. Daarom kan er met Feyenoord ook niets gebeuren. [2]
- Kerkvorst Kirill heeft zijn lot aan 'Godsgeschenk' Poetin verbonden. [3]
- Het woord kerkvorst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kerkvorst" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Hugo Camps 23 januari 2016
- ↑ www.nos.nl (18 mrt 2022)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be