Alosa fallax  
  • (IPA in voorbereiding)
  • ha·rin·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord haringen
verkleinwoord

de haringenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord haring
     Ik kroop mijn tent uit en verzette nogmaals alle haringen om zo nog minder in de weg te staan.[1]
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Clupeidae   uit de orde van de haringachtigen. Volgens de online databank voor vissen FishBase   zijn er ruim 200 nog levende (onder)soorten


  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers