fint
- fint
- [1] cognaat met Duits Finte, mogelijk verwant met Latijn pingere "schilderen", waarbij de naam dan "de gespikkelde" zou betekenen [1][2]
- [2] van Italiaans finta "verzinsel"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fint | finten |
verkleinwoord | fintje | fintjes |
- (straalvinnigen) bepaald soort gestipte reuzenharing Alosa fallax die voorkomt in het noordoosten van de Atlantische Oceaan en de daarin uitkomende riviermondingen
- Door afsluiting van rivierarmen zoals het Haringvliet en overbevissing in het begin van de vorige eeuw heeft de fint het zwaar te verduren gehad. [3]
- (verouderd) iets wat iemand bedacht heeft
- (pejoratief) misleidend verhaal
- ‘Ach, zuster!’ zeide het lieve meisje; ‘gij maakt mij radeloos. Ik kan dien vischdrooger niet tot man nemen: ik sterf liever!’
- ‘Kunt gij niet?’ schreeuwde de vrouw. ‘Waarom niet? Zulk een knappen man, die zoo rijk is!’
‘Ik kan hem niet verdragen,’ antwoordde Marie. ‘Hij is mij te ruw in zijne manieren en te hardvochtig van karakter.’
- ‘Het is te gek om van te praten, dat een meisje als gij, die niets in de wereld heeft, met zulke malle finten voor den dag durft komen! Maar wil ik u eens iets zeggen: mijn man en ik hebben kort en goed besloten, als gij hem niet binnen drie dagen het jawoord gegeven hebt, dan is dààr de deur, hoort gij, en dan kunt gij zien dat gij een goed heenkomen vindt. Wij hebben het zelven al niet te breed, en zullen waarlijk aan onze eigen kinderen niet het noodige onthouden om een ondankbaar en grootsch nest te voeden en te kleeden, die zulk een geluk versmaadt als u thans aangeboden wordt.’ [4] - De verpachting is publiek geschied na afkondiging in de couranten, en hier ligt de akte er van. Na het publiek verhuren wordt hiervan kennis gegeven aan den gemeenteraad en zoo is het altoos geschied. Het zijn hier allemaal maar "finten" (uitvluchten), om zonder te betalen er af te komen, enkel uit kameraderie. [5]
- ‘Ach, zuster!’ zeide het lieve meisje; ‘gij maakt mij radeloos. Ik kan dien vischdrooger niet tot man nemen: ik sterf liever!’
- slimme oplossing
- Byron wist waarachtig niet meer wat hij van ijdelheid zou beginnen en was om zich belangrijk te maken uitgeleerd in finten, die tegenwoordig afgezaagd zijn, maar toen waren ze nieuw. [6]
- (pejoratief) misleidend verhaal
- [1] meivis
- De schrijfwijze "fint" wordt ook wel gebruikt voor een fonetische weergave van vind(t) ww of vent zn in de Hollandse uitspraak.
- Het woord fint staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fint" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ fint op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Laak, G. de"Fint, Alosa fallax fallax" in: Visionair nr. 11 (15 maart 2009); p. 9; geraadpleegd 2018-07-25
- ↑ Bruin, S. de"Belooning voor den eerlijken vinder." in: Vaderlandsche Letteroefeningen. deel 2 (1861) A. van der Mast, Gorinchem; p. 788; geraadpleegd 2018-07-25
- ↑ "Binnenland. Uit eene zitting van den gemeenteraad te Sittard" in: Venloosche Courant jrg. 22 nr. 28 (12 juli 1890); p. 5 kol. 1; geraadpleegd 2018-07-25
- ↑ Kneppelhout, J.Schetsen en verhalen uit Zwitserland. (1850) Erven F. Bohn, Haarlem; p. 32; geraadpleegd 2018-07-25
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- fint
Naar frequentie | 187 |
---|
fint, o
- onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van fin
- fint
Naar frequentie | 214 |
---|
fint, o
- onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van fin
- fint
fint, o
- onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van fin