haringkar
- ha·ring·kar
- samenstelling van haring zn en kar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haringkar | haringkarren |
verkleinwoord | haringkarretje | haringkarretjes |
- verkoopkraam waar men haring verkoopt en kan kopen
- Dan gaat hij naar de laatste haringkar, nummer drie. Vanwege de drukte is het eventjes wachten, maar dan heeft De Kroon eindelijk zijn harinkje. "Deze is wel lekker vet", zegt hij. "Maar toch vind ik dat deze net iets minder smaak heeft dan nummer vier, die was toch net iets zilter en pittiger." [1]
- Voor de kinderen is er een springkussen en een kindertreintje. Clowns zullen kinderen schminken, voeren ballonnenacts op en delen bonnen uit voor een gratis ijsje. Ook zijn er een haringkar, barbecue, suikerspinkar en ijscorner. Voor de muzikale omlijsting van de festiviteiten is er een draaiorgel. [2]
- Ook de buurt van adjudant Anne liet zich gelden; die ging met de haringkar de straat op omdat Anne organisator van de plaatselijke haringparty is. [3]
1.
- Het woord haringkar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "haringkar" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Tubantia 22-01-08 Happen in verschillende harinkjes
- ↑ Tubantia 26-08-08 Winkeliers blij dat ze weer bereikbaar zijn
- ↑ Tubantia 14-02-15 Deurningen geniet in de zon van optocht
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be