Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Hardware
  • hard·ware
  • van Engels hardware, in de betekenis van ‘computerapparaten’ voor het eerst aangetroffen in 1969 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord hardware -
verkleinwoord - -

dehardwarev/m

  1. (informatica) elektronische en mechanische delen in en om computersystemen
    • De hardware van de computer was niet in orde. 
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

hardware m

  1. (informatica) hardware