grant

  1. ditransitief verlenen, toestemming geven
  2. ditransitief toestaan
  3. overgankelijk het eens zijn met (iemand)
  4. onovergankelijk (ermee) instemmen

grant

  1. verlening, toestemming
  2. (financieel) (onderwijs) toelage voor een studie, onderzoek, e.d.
  3. (financieel) (juridisch) schenking (van land, onroerend goed of geld)
  4. (figuurlijk) (informeel) aanvraag voor een schenking of toelage


  1.   Weblink bron grant in: Oxford English Dictionary, second edition (1989) op oed.com


grant

  1. groot


  • grant

grant m

  1. subsidie; financiële ondersteuning


  • grant
  • Leenwoord uit het Engels

grant monbezield

  1. subsidie; financiële ondersteuning