Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: gehackt
Stukken vlees (links) worden tot gehakt (midden) gemalen met een vleesmolen (rechts).
  • ge·hakt
enkelvoud meervoud
naamwoord gehakt -
verkleinwoord - -

[A] het gehakto

  1. (voeding) fijn gemalen vlees
    • Een saus met gehakt. 
  • Gehakt maken van
Helemaal met iemand of iets afrekenen, ergens niets van heel laten
vervoeging van: hakken…
verbogen vorm: gehakte

[A] gehakt

  1. voltooid deelwoord van hakken
[A] stellend
onverbogen gehakt
verbogen gehakte
partitief gehakts

[A] gehakt

  1. in kleinere delen gemaakt door hakken
    • Wij staken het vuur aan door klein gehakte houtblokken.  
[B] stellend
onverbogen gehakt
verbogen gehakte
partitief gehakts

[B] gehakt

  1. (schoeisel) met een verhoging van de zool onder de hiel
     De tikken van haar gehakte sandalen op de straatstenen echoën tegen de gebouwen langs het plein.[4]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]