gehakt
Niet te verwarren met: gehackt |
- ge·hakt
- [A]: vervoeging van hakken: de stam met omvoegsel ge- -t [1] [2]
- [B]: pseudodeelwoord afgeleid van hak zn met het omvoegsel ge- -t [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gehakt | - |
verkleinwoord | - | - |
[A] het gehakt o
- (voeding) fijn gemalen vlees
- Een saus met gehakt.
- half-om-half, half-om-halfgehakt
- kalfsgehakt
- kipgehakt, kippengehakt
- lamsgehakt
- rundergehakt
- slakkengehakt
- varkensgehakt
- Gehakt maken van
Helemaal met iemand of iets afrekenen, ergens niets van heel laten
1. fijngehakt of gemalen vlees
vervoeging van: | hakken… |
verbogen vorm: | gehakte |
[A] gehakt
- voltooid deelwoord van hakken
- afgehakt
- doodgehakt
- doorgehakt
- fijngehakt
- houtgehakt
- ingehakt
- omgehakt
- opengehakt
- opgehakt
- uitgehakt
- weggehakt
[A] | stellend |
---|---|
onverbogen | gehakt |
verbogen | gehakte |
partitief | gehakts |
[A] gehakt
- in kleinere delen gemaakt door hakken
- Wij staken het vuur aan door klein gehakte houtblokken.
[B] | stellend |
---|---|
onverbogen | gehakt |
verbogen | gehakte |
partitief | gehakts |
[B] gehakt
- (schoeisel) met een verhoging van de zool onder de hiel
- ▸ De tikken van haar gehakte sandalen op de straatstenen echoën tegen de gebouwen langs het plein.[4]
- Het woord gehakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gehakt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ gehakt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Miquel Bulnes“Monstrum” (2021), Prometheus, Amsterdam, ISBN 9789044647204, hfst. Estyr (III)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be