Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·hakt·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gehaktdag gehaktdagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gehaktdagm

  1. dag dat gehakt extra goedkoop gekocht kan worden bij een slager
  2. (figuurlijk) de dag dat de overheid zich moet verantwoorden over de gedane uitgaven naar aanleiding van een verslag van de Algemene Rekenkamer; de derde woensdag van mei
     De Algemene Rekenkamer vindt dat niet duidelijk is wat er gebeurt met bijna anderhalf miljard euro aan uitkeringen van het rijk aan gemeenten en provincies. De Rekenkamer schrijft dat in het kader van Verantwoordingsdag, in Den Haag beter bekend als Gehaktdag.[1]
     Morgen is het Verantwoordingsdag, in de volksmond: Gehaktdag. Dan biedt de president van de Algemene Rekenkamer de stukken aan aan de Tweede Kamer. Donderdag debatteert de Kamer met premier Rutte en minister De Jager van Financiën.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Rekenkamer: geld in niemandsland” (Woensdag 16 mei 2012, 13:01), NOS
  2.   Weblink bron “Rekenkamer tikt VWS op de vingers” (Dinsdag 17 mei 2011, 13:58), NOS