fresco
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fres·co
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘muurschildering’ voor het eerst aangetroffen in 1604 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fresco | fresco's |
verkleinwoord | frescootje | frescootjes |
Zelfstandig naamwoord
fresco o
- muurschildering met waterverf op een verse laag kalk
- kamgarenstof, geschikt voor zomerkleding
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord fresco staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "fresco" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "fresco" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ fresco op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- fres·co
enkelvoud | meervoud |
---|---|
fresco | frescos |
Zelfstandig naamwoord
fresco m
Synoniemen
Verwijzingen
- fresco in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | fresco | frescos |
vrouwelijk | fresca | frescas |
Bijvoeglijk naamwoord
fresco
Verwijzingen
- fresco in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española