ex
Niet te verwarren met: ex- |
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘voormalig echtgenoot of echtgenote’ voor het eerst aangetroffen in 1982 [1]
- van Latijn ex
- zn (verkorting) van ex-man of ex-vrouw
- bn (verkorting) van exclusief
- ex
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ex | exen |
verkleinwoord |
- voormalige echtgenoot of geliefde.
- Mijn ex is gelukkig een goede vriendin van me gebleven.
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als voorzetsel.
ex
- (juridisch) zoals volgt uit
- Ex artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek heb ik recht op schadevergoeding.
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
ex
- niet inbegrepen, zonder
- De prijs is 15 euro ex verzendkosten.
- Het woord ex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ex" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "ex" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- zn [A]: van Latijn ex
- zn [B]: (verkorting) van exact
- bn: (verkorting) van expérimental
- (spreektaal) ex-partner, ex
- «L’ex de mon ex, n’est pas tex ni mex.»
- De ex van mijn ex is geen Tex(aan) en ook geen Mex(icaan).[1]
- «L’ex de mon ex, n’est pas tex ni mex.»
- (spreektaal) oud-medewerker, voormalig personeelslid
[B] ex m
- (spreektaal) eindexamenklas met exacte vakken [1]
ex
- (spreektaal) experimenteel
- «Gérard, il kiffe les sciences ex.»
- Gérard is dol op experimentele wetenschap. [1]
- «Gérard, il kiffe les sciences ex.»
ĕx + ablatief
- Dit voorzetsel kan de volgende vormen aannemen: "ex" voor klinker of h; "e" voor alle medeklinkers behalve h.
- Frans: ex
- Nederlands: ex, ex-