dump
- dump
- Het woord dump staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dump" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to dump |
he/she/it | dumps |
verleden tijd | dumped |
voltooid deelwoord |
dumped |
onvoltooid deelwoord |
dumping |
gebiedende wijs | dump |
dump
- overgankelijk dumpen, lozen, zich ontdoen van
- onovergankelijk neerploffen, neersmakken
enkelvoud | meervoud |
---|---|
dump | dumps |
dump
- afvalplek, stortplaats
- afvalberg, berg, hoop (van afval e.d.)
- (militair) dump [1], militair depot
- (informatica) gedumpte gegevens
- (informeel) deprimerende plek
- (informeel) grote boodschap
- (sport) tactische bal bij het volleyen