Nederlands

 
Duif in de vlucht
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • dui·ven
Woordherkomst en -opbouw
  •  duif zn  met de uitgang -en
enkelvoud meervoud
naamwoord duiven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de duivenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord duif
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (duifachtigen) Columbidae   een familie van meestal middelgrote, compact gebouwde vogels met volle, ronde borst en kleine kop. Ze hebben een snelle, meestal rechtlijnige vlucht. Ze kunnen in tegenstelling tot andere vogels water met de snavel opzuigen. De jonge duiven worden met duivenmelk uit de krop gevoerd. Het mannetje heet doffer en het vrouwtje wordt duivin of gewoon duif genoemd
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
  • De gebraden duiven vliegen niemand in de mond
iemand die luxe wil zal er voor moeten werken
  • Onder iemands duiven schieten.
Iemand op een (haast) bedrieglijke manier tegenwerken (letterlijk: klanten bij een concurrent weghalen)

Gangbaarheid

Meer informatie