Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • post·duif
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord postduif postduiven
verkleinwoord postduifje postduifjes

Zelfstandig naamwoord

de postduifv / m

  1. (duifachtigen) afgerichte duif die berichten kan overbrengen
    • De brief werd met de postduif verstuurd. 
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be