Een duivenmelker laat zijn duiven los.
  • dui·ven·mel·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord duivenmelker duivenmelkers
verkleinwoord duivenmelkertje duivenmelkertjes

de duivenmelkerm

  1. iemand die duiven kweekt
  2. (informeel) iemand die zich in het criminele circuit bevindt
96 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]