timorkoekoeksduif

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ti·mor·koe·koeks·duif
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord timorkoekoeksduif timorkoekoeksduiven
verkleinwoord timorkoekoeksduifje timorkoekoeksduifjes

Zelfstandig naamwoord

de timorkoekoeksduifv / m

  1. (duifachtigen) Macropygia magna   een vogel uit de familie Columbidae   (duiven). De tanimbarkoekoeksduif (M. timorlaoensis) werd vroeger als een ondersoort van deze soort beschouwd. Deze soort komt voor op Timor en Wetar   (oostelijke Kleine Soenda-eilanden)
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie