duifachtig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: duifachtig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- duif·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | duifachtig | duifachtiger | duifachtigst |
| verbogen | duifachtige | duifachtigere | duifachtigste |
| partitief | duifachtigs | duifachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
duifachtig
- lijkend of of eigenschappen hebbend van een duif
- De aardige man probeerde al die ruziezoekende havikachtige personen tot rust te brengen maar zijn duifachtig karakter had weinig effect.
Gangbaarheid
- Het woord duifachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.