Drie dobbelstenen.
  • dob·bel·steen
enkelvoud meervoud
naamwoord dobbelsteen dobbelstenen
verkleinwoord dobbelsteentje dobbelsteentjes

de dobbelsteenm

  1. (spel) kubusvormig voorwerp met op elk van de zijden een van de ogenaantallen één tot en met zes
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]