Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deu·te·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘zware waterstof’ voor het eerst aangetroffen in 1942 [1]
  • van Latijn deuterium[2]

Zelfstandig naamwoord

het deuteriumo

  1. (scheikunde) een isotoop van waterstof
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Latijn

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deuterium o

  1. (neologisme), (scheikunde), deuterium

Verwijzingen


Tsjechisch

Woordafbreking
  • de·u·te·ri·um

Zelfstandig naamwoord

deuterium o

  1. (scheikunde) deuterium; een isotoop van waterstof met in de kern één neutron en één proton
Verbuiging
Afkorting
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen