• de·gra·da·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord degradatie degradaties
verkleinwoord

de degradatiev

  1. (medisch) afbraak, het verloren gaan of abnormaal functioneren van een psychisch, fysiek of anatomisch geheel
  2. (scheikunde) afbraak van een molecule in een chemische reactie naar 1 of meer met een eenvoudiger structuur
  3. (materiaalkunde) een proces waarbij een materiaal bepaalde fysieke eigenschappen verliest
  4. verlaging in rang, waardigheid of klasse
  5. ontzetting uit een waardigheid
  6. (sport) het verwezen worden naar een lagere spel- of toernooicompetitie vanwege slechte sportieve prestaties of financiële omstandigheden
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]