verhoging
- Geluid: verhoging (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈhoɣɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /vər.ˈɦo.χɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /vər.ˈɦo.ɣɪŋ/
- (Limburg): /vɛr.ˈho.ɣɪŋ/
- ver·ho·ging
- Naamwoord van handeling van verhogen met het achtervoegsel -ing.
- [3] Als leenvertaling van wetenschappelijk Latijn elevatio of Frans élévation.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verhoging | verhogingen |
verkleinwoord | verhoginkje | verhoginkjes |
de verhoging v
- een plaats die hoger aangelegd is dan zijn omgeving
- De rechter zat op een verhoging.
- het hoger maken van een prijs
- De verhoging van de benzineprijzen hangt onder andere samen met het uitblijven van investeringen in raffinaderijen.
- (medisch) een verhoogde lichaamstemperatuur
- Hij had een lichte verhoging ten gevolge van een griepje.
|
1. een plaats die hoger aangelegd is dan zijn omgeving
2. het hoger maken van een prijs, premie e.d.
3. een verhoogde lichaamstemperatuur
- Het woord verhoging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verhoging" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be