de byv / m

  1. verouderde spelling of vorm van bij tot 1864/83

by

  1. verouderde spelling of vorm van bij tot 1864/83

by

  1. verouderde spelling of vorm van bij tot 1864/83


  • Afgeleid van het Nederlandse bij

by

  1. bij

by

  1. bij
enkelvoud meervoud
naamwoord by bye

by

  1. (vliesvleugeligen) bij


  • by
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord býr
Naar frequentie 515
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   by     byen     byer     byerne  
genitief   bys     byens     byers     byernes  

by, g

  1. stad
    «Vi går til byen i Jylland.»
    We gaan naar de stad in Jutland.
  2. buurt, kwartier, centrum, bijv. een zakencentrum, een uitgaanscentrum
  3. de inwoners van een stad
  • [1]: bo i byen
in de stad wonen, stadsbewoner zijn
  • [3]: hele byen
de hele stad, alle inwoners


by

  1. door, bij


by

  1. bij

by

  1. bij


by

  1. zijn


by

  1. zou
    «Ja by rad pomogł, ale bóžko njamóžom»
    Ik zou graag helpen, maar ik kan helaas niet.


  • by
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord býr
Naar frequentie 634
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   by     byen     byer     byene  
genitief   bys     byens     byers     byenes  

by, m

  1. stad
  2. buurt, kwartier, centrum
  3. de inwoners van een stad
    «Hele byen var på beina.»
    De hele stad was op de voeten.
  • [2]: reise til byen
in de stad reizen
  • [2]: gå ute på byen
gaan stappen in de buurt
  • [2]: være ute på byen
in de buurt zijn


  • by
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord býr
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   by     byen     byar     byane  

by, m

  1. stad
  2. buurt, kwartier, centrum
  3. de inwoners van een stad
    «Heile byen var på føtene.»
    De hele stad was op de voeten.
  • [2]: reise til byen
in de stad reizen
  • [2]: gå ute på byen
gaan stappen in de buurt
  • [2]: vere ute på byen
in de buurt zijn


by

  1. derde persoon enkelvoud voorwaardelijke wijs van być
  2. derde persoon meervoud voorwaardelijke wijs van być


  • by

by

  1. zou

by

  1. om, zodat, om te


by

  1. zou
  • chcel by som – ik zou willen
  • mohli by sme – we zouden kunnen


  • by

by

  1. derde persoon enkelvoud voorwaardelijke wijs van het imperfectieve werkwoord být
    «Byl by dobrým ministrem.»
    Hij zou een goede minister zijn.
  2. derde persoon meervoud voorwaardelijke wijs van het imperfectieve werkwoord být

by

  1. (verouderd) om, zodat, om te


  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   by     byn     byar     byarna  
genitief   bys     byns     byars     byarnas  

by, g

  1. dorp