bibliotheek
- Geluid: bibliotheek (hulp, bestand)
- IPA: / ˌbiblijoˈtek / (4 lettergrepen); /bib(l)ijo'tek/
- bi·blio·theek
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plaats met verzameling boeken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1552 [1]
- met het voorvoegsel biblio- met het achtervoegsel -theek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bibliotheek | bibliotheken |
verkleinwoord | bibliotheekje | bibliotheekjes |
de bibliotheek v
- een plaats waar boeken verzameld staan
- Ga jij vaak boeken bekijken in een bibliotheek?
- ▸ `Hier links vindt u de bibliotheek; zei mijn gids, 'met daarachter de groene zaal en de Chinese kamer.[2]
- een instelling die boeken en andere media aan het publiek uitleent of ter inzage biedt
- In de bibliotheek kun je nu ook dvd's halen.
- Mijn dochter had zich voorgenomen om alle kinderboeken uit de bibliotheek te lezen, dus kwamen we er regelmatig. [3]
|
|
- [2]: openbare bibliotheek
1. een plaats waar boeken verzameld staan
2. een instelling die boeken en andere media aan het publiek uitleent of ter inzage biedt
[2]: openbare bibliotheek
- Het woord bibliotheek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bibliotheek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bibliotheek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 15
- ↑ Rothfusz, JacquelinePotensia [2016] ISBN 978-90-367-9467-1 pagina 7
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be