muziekbibliotheek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mu·ziek·bi·blio·theek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muziekbibliotheek muziekbibliotheken
verkleinwoord muziekbibliotheekje muziekbibliotheekjes

Zelfstandig naamwoord

de muziekbibliotheekv

  1. een verzameling muziekopnames
     De musici die de opnames voor de muziekbibliotheek van kpm verzorgen, vallen in een andere categorie, in elk geval zolang ze zich in deze fase van hun carrière bevinden.[2]
  2. bibliotheek waar men bladmuziek kan lenen
     De partijleider van de Nationale Partij zei dat hij teleurgesteld was over de uitspraak omdat hij de muziek in goed vertrouwen had gekocht bij een muziekbibliotheek in Australië. De partij overweegt nu om die bibliotheek aan te klagen.[3]
  3. bibliotheek met boeken over muziek

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron “Eminem wint rechtszaak tegen politieke partij in Nieuw-Zeeland” (25-10-2017), NOS