- Ontleend aan het Franse zelfstandige naamwoord bibliothèque, dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord bibliothēca (bibliotheek) komt, dat weer van het Oudgriekse zelfstandige naamwoord βιβλιοθήκη (bibliothḗkē, "boek-ruim"), een Oudgriekse samenstelling van βιβλίον (biblíon, "boek") en θήκη (thḗkē, "bak, kast, kist") komt
- Noors zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel biblio- en met het achtervoegsel -tek
bibliotek, o
- bibliotheek (gebouw of kamer met boekencollectie), boekerij
- «Han har et stort bibliotek.»
- Hij heeft een grote bibliotheek.
- boekenreeks
- [1]: låne bøker på biblioteket
in de bibliotheek boeken lenen
bibliotek
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van bibliotek
- Ontleend aan het Franse zelfstandige naamwoord bibliothèque, dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord bibliothēca (bibliotheek) komt, dat weer van het Oudgriekse zelfstandige naamwoord βιβλιοθήκη (bibliothḗkē, "boek-ruim"), een Oudgriekse samenstelling van βιβλίον (biblíon, "boek") en θήκη (thḗkē, "bak, kast, kist") komt
- Zweeds zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel biblio- en met het achtervoegsel -tek
bibliotek, o
- bibliotheek, uitleenbibliotheek
- privécollectie van boeken of cd's
- (informatica) een de digitale bibliotheek, databibliotheek, datacataloog, directory
bibliotek
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van bibliotek