• IPA: /bɛsxaraktɛrɲiː/
  • bez·cha·rak·ter·ní
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord charakter met het voorvoegsel bez- en met het achtervoegsel -ní

bezcharakterní

  1. gewetenloos, zonder ruggengraat
  2. (verouderd) karakterloos; zonder karakteristieke stijl