baobab
- ba·o·bab
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baobab | baobabs |
verkleinwoord | - | - |
de baobab m
- (bloemplanten) een geslacht Adansonia van acht soorten dikstammige bomen uit droge, warme gebieden. Zes soorten stammen uit Madagaskar, twee nauw gelijkende soorten uit het vasteland van Afrika en één soort uit Australië
- Afrikaanse baobab, Australische baobab, baobab van Grandidier, baobab van Perrier, fony baobab, Malagassische baobab, suarez baobab, za baobab
benaming voor dikstammige bomen uit droge, warme gebieden uit het geslacht Adansonia
- Het woord baobab staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baobab" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] baobab op Wikidata
- ↑ baobab op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /baɔbap/
- bao·bab
baobab m
- IPA: /baɔbap/
- bao·bab
- (bloemplanten) apenbroodboom; baobab
- «Baobab roste v prvních letech svého života velmi rychle.»
- De apenbroodboom groeit in zijn eerste levensjaren zeer snel.
- «Baobab roste v prvních letech svého života velmi rychle.»
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)