• IPA: /azʊrɔviː/
  • azu·ro·vý
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord azur met het achtervoegsel -ový

azurový

  1. (kleur) azuur, azuurblauw
    «Azurová hladina moře.»
    Het azuurblauwe zeeoppervlak.