• IPA: /awˈtoɾ/
  • au·tor
enkelvoud meervoud
autor autores

autor m

  1. schepper, maker, auteur, schrijver
  2. stichter, dader
  3. uitvinder


autor m

  1. (beroep) auteur, schrijver


  • IPA: /aʊ̯tɔr/
  • au·tor
  • Leenwoord uit het Latijn

autor m bezield

  1. (beroep) de auteur van een artistisch werk; schrijver, componist, dichter, kunstenaar
  2. (beroep) de auteur van andere gebeurtenissen of resultaten; ontwikkelaar, schutter


  1. básník m bezield, spisovatel m bezield
  2. původce m bezield, tvůrce m bezield