uitvinder

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitvinder    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·vin·der

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van uitvinden met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	uitvinder	uitvinders
verkleinwoord	uitvindertje	uitvindertjes

Zelfstandig naamwoord

de uitvinder m

1. (beroep) persoon die uitvindingen doet

Afgeleide begrippen

• uitvinding

Verwante begrippen

• wetenschapper, octrooi, ontdekker, verstrooid, Willie Wortel

Vertalingen

    1. persoon die uitvindingen doet   

Duits: Erfinder (de) m Engels: inventor (en) Frans: inventeur (fr) m

Italiaans: inventore (it) m Pools: wynalazca (pl) m Spaans: inventor (es)

Gangbaarheid

• Het woord uitvinder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitvinder" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.