maker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maker | makers |
verkleinwoord | makertje | makertjes |
Zelfstandig naamwoord
maker m
- iemand die iets maakt of gemaakt heeft
- De maker van deze site.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand die iets maakt of gemaakt heeft
Gangbaarheid
- Het woord maker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "maker" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be