• ant·woor·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
antwoorden
/ˈɑnt.ʋɔːr.də(n)/
antwoordde
/ˈɑnt.ʋɔːr.də/
geantwoord
/ɣə.ʔˈɑnt.ʋɔːrt/
zwak -d volledig

antwoorden

  1. overgankelijk het geven van een antwoord
    • Heb jij hem al geantwoord? 
    • De leerlingen antwoordden zonder fouten op de vraag van de leraar. 
     `U kunt krijgen wat u hebben wilt, goede vrouw,' antwoordde Sint rustig. `Dan wil ik jouw mooie, rooie mantel hebben, hè, hè, hè!'[2]
     En wat kon hij daar in godsnaam op antwoorden? Ze had een grote fles cognac in huis. En wat maakte het uit, het was nog vroeg.[3]
  2. overgankelijk reageren door een daad of handeling
  • antwoorden op

deantwoordenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord antwoord
     Bij de verkiezingen van 1981, na jaren van economische malaise en politieke verlamming en verdeeldheid, wist Terlouw D66 groot te maken als 'het redelijk alternatief' voor de PvdA en de VVD. "Noch het socialisme noch het liberalisme heeft adequate antwoorden gegeven voor de problemen waar we nu in zitten", meende hij.[4]
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]
  1. antwoorden op website: Etymologiebank.nl
  2. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat op Wikipedia, p. 13
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628265
  4. Bronlink geraadpleegd op 16 mei 2025 Weblink bron
    Dik Verkuil
    “Het vertrouwen van Jan Terlouw was zijn kracht en zijn zwakte” (16 mei 2025), NOS
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

antwoorden

  1. meervoud van antwoord