antwoordapparaat
- ant·woord·ap·pa·raat
- In de betekenis van ‘telefoonbeantwoorder’ voor het eerst aangetroffen in 1979 [1]
- samenstelling van antwoord en apparaat [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antwoordapparaat | antwoordapparaten |
verkleinwoord | antwoordapparaatje | antwoordapparaatjes |
het antwoordapparaat o
- toestel dat automatisch een telefoongesprek opneemt en de beller de gelegenheid geeft een bericht achter te laten
- De functie van een antwoordapparaat is tegenwoordig overgenomen door de voicemail.
1.
- Het woord antwoordapparaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "antwoordapparaat" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "antwoordapparaat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ antwoordapparaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be