Nederlands

Uitspraak
Gelijkklinkende woorden
Woordafbreking
  • ant·woord·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
antwoorden

antwoordde

  1. enkelvoud verleden tijd van antwoorden
    • Ik antwoordde. 
    • Jij antwoordde. 
    • Hij, zij, het antwoordde. 

Gangbaarheid