anbringe
- an·brin·ge
- Ontleend aan het Middelnederduitse woord anbringe ww resp. het Duitse woord anbringen ww
- Afgeleid van het Noorse woord bringe ww met het voorvoegsel an-
Naar frequentie | 60485 |
---|
anbringe
- overgankelijk iets bevestigen, vastmaken
- overgankelijk iets placeren (an einem bestimmten Ort platzieren)
- overgankelijk iemand/iets huisvesten, onderbrengen, thuisbrengen
- overgankelijk iets aanwenden, gebruiken, inzetten (in gebruik stellen)
- overgankelijk iemand in een bepaalde positie (buikhouding, rukhouding) dwingen, krijgen, plaatsen
- overgankelijk, (figuurlijk) plaatsen (bijv. je mening in een gesprek plaatsen)
- overgankelijk, (figuurlijk) binnenbrengen, inbrengen (bijv. bij de brandweer)
- overgankelijk, (figuurlijk) plaatsen (bij een instelling, in pleeggezinnen plaatsen)
- overgankelijk kapitaal beleggen, investeren